Woensdag 12 augustus

 

Wakker om 7:00u en, naar goede gewoonte, ontbijt om 8:00u.  Het is mooi weer buiten.  Na het ontbijt begon ik al een beetje voorbereidingen te treffen voor m’n terugreis.  Niet dat ik veel zin heb om al naar huis te gaan … moest het kunnen dan bleef ik hier totdat ik terug moet gaan werken … Al was het maar omdat je hier nog kan leven zonder je zorgen te hoeven maken over talloze nuttige en vooral minder nuttige Corona-regeltjes …

Vandaag trek ik naar het buitenland.  Dat klinkt ver, maar van het centrum van Hrensko naar het centrum van het dichtstbijzijnde dorpje in Duitsland aan deze kant van de Elbe (Schmilka) is het pakweg 2,5 km.  Alleen ga ik niet naar Schmilka maar naar Bad Schandau - ongeveer 10 km ver. 

Bad Schandau is een stadje in de Duitse deelstaat Saksen en telt ongeveer 4.000 inwoners.  Het stadje zelf is gezellig om in rond te wandelen, maar mijn doel is de historische Kirnitzschtalbahn (rijdt sinds 1898). Dit is een toeristische tramlijn die in Bad Schandau vertrekt en rijdt tot aan de Lichtenhainer Wasserfall.  Ik wil die waterval wel eens zien.

Om tot in Bad Schandau te geraken zal ik weer een bus moeten nemen.  Dit keer geen Tsjechische bus maar een Duitse bus, de “Böhmischer Nationalparkexpress”.  En ik heb het geweten dat dit een Duitse bus is … een retourticket kostte me 10 euro.  Gelukkig kon de chauffeur weergeven op mijn briefje van 50 euro, want ik had enkel anderhalve euro kleingeld op zak.

Om 9:41u was de bus er, om 10:00u werd ik bij de halte Elbkai afgezet.  Het was ondertussen weer “lekker” heet.

Na tien minuutjes wandelen stond ik aan de eindhalte van de tram.  Tweede duidelijke teken dat ik hier niet meer in Tsjechië ben : op de tram is een mondmasker verplicht.  Eigenlijk wel begrijpelijk, want dat is hier een enorm drukke bedoening.  Alle zitplaatsen in de tram zijn bezet en er moeten nog mensen rechtstaan ook.  Heel gezellig, met dan zo’n masker op je teut, in een hete tram met bitter weinig verkoeling.  Een dagticket kostte me 9 euro.

Vertrek van de tram om 10:30u, aankomst bij de waterval om 11:00u.  Ik dacht dat het nog wel een eindje stappen zou zijn van de tramhalte naar de waterval maar dat bleek niet het geval te zijn.  Ik moest enkel nog de straat oversteken.  Die waterval viel trouwens dik tegen.  Ik dacht iets spectaculairs te zien te krijgen maar helaas.  ’t Was zelfs niet de moeite om er een foto van te nemen …

Gelukkig kan je hier ook nog gaan wandelen, het was een beetje stom geweest als ik nu al de tram terug naar het stadje had moeten nemen.  1 van de wandelingen die ik op het mededelingenbord zag staan was een route van 30 minuten die me naar de “Kuhstall” zou voeren.  Ik vroeg me wel af wat er nou zo bijzonder is aan een koeienstal maar kom, alles was beter dan daar gewoon de volgende tram terug te moeten nemen.

Het was een flink stuk heuvelopwaarts stappen in een mooi bebost gebied (ik weet weer waar mijn knieën liggen …) maar ik was heel aangenaam verrast toen ik bij die koeienstal aankwam.  Dit bleek een natuurlijke zandstenen brug te zijn, een kleiner maar kloeker broertje (of zusje) van de Prebischtor.  Met z’n 11 meter hoogte en 17 meter breedte is dit trouwens het tweede grootste exemplaar van zijn soort in dit natuurpark. 

“Dit natuurpark” is dan Saksisch Zwitserland … Eigenlijk is het één groot nationaal park waar toevallig de grens tussen Duitsland en Tsjechië door loopt – vandaar de benamingen Saksisch / Boheems Zwitserland.

Er bevindt zich bij de koeienstal ook een café, gebouwd in 1824.  Via 2 trappen kan je boven op de poort geraken – één van die trappen hebben ze de “Himmelsleiter” (ladder naar de hemel) genoemd.  Da’s een behoorlijk smal weggetje/trapje, 27 meter hoog,  gesandwicht tussen 2 rotsen, enkelrichtingsverkeer en niet voor de “faint-hearted”.  Ik heb voor alle veiligheid de andere weg maar genomen – maar daarboven is het heerlijk ! Een echte aanrader.

Als je geen interesse hebt in een trip naar de hemel dan kan je hier ook een trap afdalen (neen, niet naar de hel …) en ook dat tochtje is de moeite waard.  Ik heb het aantal treden hier eens geteld … het zijn er in totaal 250 (enkelrichting).  Je hoeft niet terug naar boven als je niet wil, dit is een stuk van de wandeling die ze de “Malerweg” genoemd hebben omdat ze populair is bij schilders.  In ieder geval : weer een goede oefening voor de beenspieren !

Om 12:30u vertrok ik terug naar de tram, deze vertrok om 13:10u en dat heb ik gelukkig net gehaald.  “Gelukkig”, omdat ik nog een tweede bezoek op mijn programma voor vandaag had staan : de Historische Personenlift.  Deze vrijstaande, 50 m hoge toren heeft een solide, stalen constructie en is via een brug verbonden met een bospad.  Vanaf het uitkijkplatform heb je hier een weids uitzicht over de Elbe-vallei.

Om 14:00u was ik ter plekke.  Ook dit is blijkbaar een populaire toeristische attractie.  Ik kocht een retourticket voor 2,80 euro.  Omdat je maar met 5 à 6 personen tegelijkertijd in de lift kan duurde het eventjes voor het mijn beurt was.  Het gaat gelukkig vrij vlot vooruit.  Het uitzicht is inderdaad mooi, maar ’t is niet iets waar je lang blijft hangen.  Ik toch in ieder geval niet...  Ik besloot het bospad naar beneden te nemen en niet de lift, kwestie van niet twee keer hetzelfde te moeten zien.  Onderweg naar beneden passeerde ik het Luther-monument.

Omdat ik nog wat tijd op overschot had wandelde ik nog een beetje rond in Bad Schandau, op zoek naar souvenirtjes om cadeau te doen aan 2 jongedames, maar ik vond jammer genoeg niets geschikts.  Uiteindelijk trok ik naar de Elbkai en besloot ik om in Hotel Elbresidenz op het terras een ijskoffie (met ijs !) te gaan drinken.  Het heeft een tijdje geduurd voordat mijn bestelling arriveerde, maar het was wel erg lekker.  Dat smaakte naar meer … dus hoppa, nummer 2 kwam eraan.  Goedkoop was het niet (4,50 euro per tas ijskoffie) maar kom, het is vakantie hé.

De bus om terug naar “huis” te rijden was netjes op tijd : 15:40u.  Een half uurtje later zat ik op mijn kamer in het hotel en je raadt al wel dat ik als eerste deed … juist : mijn foto’s op de laptop zetten en deze dan bewerken … om daarna bij de receptie alles op Facebook te publiceren.  Je kent m’n dagelijkse routine al.  Het was trouwens ook tijd om het “Passenger Locator Form” in te vullen … dat onding dat je sinds begin augustus 2020 verplicht moet invullen als je in het buitenland op reis bent.  En dit moet je 48 uur voordat je terug in België bent invullen. Niet eerder hé, want dat lukt niet (ik heb het geprobeerd …).  Wat behoorlijk idioot is, want wat moet je op dat formulier invullen ? Welke zitplek je had op het vervoermiddel waarmee je naar het land van bestemming reed.  Euh … die gegevens kan ik dus eigenlijk vlak na aankomst in het land van bestemming al invullen hé, want die zitplaatsen zullen niet meer veranderen … Wat voorbij is, is voorbij.  Bovendien kon ik maar 1 treinrit invullen. Moet jij eens proberen : vanuit België naar een plek in het buitenland rijden met de trein door maar gebruik te maken van één treinverbinding.  Het is vaak zelfs binnen België nog niet mogelijk om ergens te geraken zonder minstens één keer over te moeten stappen …

Vandaag zat ik iets later dan gewoonlijk aan tafel : om 19:15u.  Ik had eend besteld omdat ik dacht dat dit vlees was, gelijkaardig aan kip.  Denkfout … dat blijkt vlees te zijn zoals biefsteak …. En als ik dat geweten had dan had ik zeker gevraagd om goed doorbakken eend te krijgen.  Je kent dat wel, type leren lap.  Nu kreeg ik rode stukken vlees voorgeschoteld … en dat lust ik niet.  Ik ben geen wild beest dat rauw vlees eet.  Het meeste heb ik dus laten liggen – al een geluk dat ik toch niet zoveel honger had.  Nadat ik aan de ober in mijn beste Duits uitgelegd had waarom ik zoveel vlees had laten liggen kwamen ze af met een gigantisch grote coupe ijs – om het goed te maken.  Dat was natuurlijk heel lief, maar ten eerste was het niet hun fout maar de mijne en ten tweede had ik echt niet veel honger en dat ijs had ik zeker niet meer op gekregen.

Eend + 1 glas water hadden me deze avond 389 kronen gekost (16,44 euro).  Terug op mijn kamer heb ik mijn koffer al voor een groot deel ingepakt en nam ik nog een zalige douche.  Daarna was het weer tijd om te gaan slapen.